Dirk Skreber
De Duitse kunstenaar Dirk Skreber werd in de jaren 1990 beroemd met zijn zeer grote schilderijen die allerlei rampen voorstellen in desolate landschappen: overstromingen, wegzakkende huizen, uitgebrande caravans, op hol geslagen locomotieven, autocrashes, … Deze werken zijn op een hyperrealistische en zeer contrastrijke manier geschilderd en tonen niet zozeer het menselijke drama, maar wel de spectaculaire en sensationele esthetiek die deze rampen zo ‘aantrekkelijk’ maakt. De autocrashes insinueren bijvoorbeeld een dynamiek van destructie door de rondvliegende brokstukken en autobanden maar hebben tegelijk ook de kwaliteiten van stillevens door het ontbreken van elke menselijke aanwezigheid. Dirk Skreber toont de horror, maar doet dit op een zeer glossy wijze waardoor het buitengewoon fotogenieke beelden worden. Op die manier oefenen de werken een erg perverse aantrekkingskracht uit.
Voor zijn project in het museum Dhondt-Dhaenens realiseerde Dirk Skreber twee nieuwe sculpturen. Hij gebruikte hiervoor typische bedrijfswagens die hij vakkundig liet crashen rond palen. Dirk Skreber bepaalde zelf hoe de auto diende gecrasht te worden, maar het spreekt vanzelf dat toeval ook een belangrijke rol speelde bij de manier hoe de auto zou vervormd worden door de paal. Eenmaal in de museumruimte geplaatst, worden het artificiële realiteiten waarbij de notie van sculpturale schoonheid minstens even sterk is als de gruwelijke realiteit van de destructie. Ook al is de eerste formele indruk van de sculpturen spectaculair, toch overheerst na een tijd een beklemmende beleving van de lege ruimte rondom de sculpturen, dit door de existentiële angsten die het oproept. Al snel slaat de fascinatie om in afschuw en worden we geconfronteerd met een apocalyptische postmoderniteit. De sculpturen worden opgeladen met referenties die ons vooruitgangsdenken over technologie en kunst aan het wankelen brengt.
In relatie met de sculpturen toont Dirk Skreber twee schilderijen uit zijn Superhero-reeks. Op een zwarte achtergrond zijn horizontale repen synthetisch schuim geplakt waarop stripachtige figuren in heldhaftige poses verschijnen. Ook in deze reeks werken speelt hij in op de voyeuristische blik van de toeschouwer: men dient de juiste afstand te nemen van het werk om het beeld goed te kunnen zien. Het verleidelijke beeld zweeft ergens in een niet-definieerbare ruimte en speelt met de zichtbaarheid. Net als de autocrashes, creëren ook de Superhero-schilderijen zo een spanning tussen abstractie en representatie.