De keuken, 1924
Vanuit de gang van een woonhuis kijken we binnen in een leefruimte met brandende Leuvense stoof, een eenvoudige stoel, aan de wand een spiegel en een functionerende wandklok. Op de schouw staat een olielamp en een mariabeeld onder stolp. Op de gang zelf staat een emmer vrij willekeurig geplaatst. Een kat is het enig levend element in de compositie. Louis Thévenet was in de eerste plaats geïnteresseerd in het schilderen zelf, eerder dan in het uiteindelijke resultaat. Dit is sterk te zien aan het gewild uit evenwicht brengen van de beeldcompositie, de niet conventionele, persoonlijk getinte verfaanbreng en de eigenaardige kleurencombinaties. Hij is steeds op zoek naar de inherente opbouw van een schilderij. Het schilderen zelf was dus cruciaal, niet het lieflijke van het afgebeelde waarvoor hij doorgaans werd gewaardeerd. Wegens het vroege verlies van zijn ouders had Thévenet het moeilijk om vriendschappen aan te gaan, uit angst ze terug te verliezen. Ook zijn drankprobleem was hiervoor tekenend. Hierdoor vond hij geen evenwicht in het zich identificeren met de andere. Het enige waarmee hij zich kon vereenzelvigen - en waardoor hij in staat was te communiceren - was zijn schilderkunst. Anderzijds heeft de schilder zoals iedereen behoefte aan communicatie. Hij schilderde daarom regelmatig slechts sporen van menselijke activiteit (Het lijkt soms of menselijke individuen elk ogenblik het schilderij kunnen komen binnenwandelen of net hebben verlaten). Het menselijke individu blijft echter wel systematisch buiten beeld.
Mede hierdoor is Thévenet een van de meest discrete schilders die de menselijke twijfel op zeer veel niveaus als onderwerp neemt: twijfel tussen het picturale en de abstractie, tussen het stille en het leven, tussen de aan- en de afwezigheid. Ook schilderkunstig is dit te zien door de vele opzettelijke perspectiefvervormingen en de plotse wijzigingen in kleur en verf aanbreng. Thévenet is niet enkel een sterke fotografische observator, maar voegt tevens aan elk stukje realiteit een eigen persoonlijke waarde toe, waardoor hij een totaalcompositie bekomt die, ondanks de vele tegenstellingen, toch zowel picturaal als mentaal standhoudt.
- Dit werk maakt deel uit van de kerncollectie van het museum. Het maakt deel uit van de inventarislijst van de schenking door Jules en Irma Dhondt-Dhaenens die werd samengesteld tijdens de raad van bestuur op 03.06.1967.