Arnulf Rainer
De Oostenrijkse kunstenaar Arnulf Rainer wordt beschouwd als één van de centrale figuren van de Oostenrijkse kunstscène. Rainer beschrijft zijn ‘artistieke geboorte’, op 17-jarige leeftijd, als een reactie tegen de normaliteit. Avant-garde kunstenaars werden in die tijd door de samenleving als geschift beschouwd. Na een korte surrealistische periode maakte hij abstract-expressionistische en tachistische schilderijen. Hij experimenteerde daarbij regelmatig met de creatieve impulsen die veroorzaakt worden door drugs en alcohol. In de jaren vijftig ontwikkelt hij zijn 'übermalungen' (‘overschilderingen') waarmee hij internationaal doorbrak. Bestaande werken van zichzelf of andere kunstenaars herwerkt en overschildert hij, waarbij het origineel onherkenbaar wordt of zelfs verdwijnt. Dit overschilderen van bestaande schilderijen is een destructieve maar ook emotionele daad: een wanhopige poging om het beeld aan te vullen en te intensifiëren. Voor zijn overschilderingen gebruikt hij meestal de in emotioneel opzicht sterk sprekende kleuren rood en zwart. Hij laat daarbij soms enkele hoeken of randen van het oorspronkelijke werk onbedekt, waardoor het onderliggende beeld toch aanwezig blijft achter de barrière van de overschildering. Vanwege de primaire en bijna exhibitionistische expressie wordt het werk van Rainer uit deze periode wel eens vergeleken met dat van de Wiener Aktionisten uit Rainers directe omgeving. Deze kunstenaars gaven in publieke performances gezamenlijk op mystiek-theatrale wijze uiting aan obsessies, angsten en driften. Maar tegenover de openbare en totale zelfontluistering van de Wiener Aktionisten stelt Rainer de positieve kracht van zijn niet aflatende scheppingsdrift en de eigen esthetiek van het absurde en het verborgene.
Met de tentoonstellingen in MDD en Museum Dr.Guislain wordt onderzocht hoe een hedendaagse kunstenaar zich kan interesseren voor expressies die ontdaan zijn van enige autocensuur en waarom een kunstenaar beslist om ze te verzamelen enerzijds en de ontstaansprocédés ervan te imiteren anderzijds. Sinds zijn debuut maakt de identiteit van de outsider deel uit van zijn artistieke acties. Rainer heeft altijd het concept verdedigd dat de schepping eerst en vooral moet steunen op een gehele toewijding aan de eisen van de expressieve daad, op psychologisch en lichamelijk niveau. Uit de houding van Arnulf Rainer blijkt dat het in de eerste plaats de outsiders zelf zijn die dienen als modellen, en niet zozeer hun kunst.