Moeder Aarde, 1960
In 1943 volgde Jan Burssens les bij de laat-Vlaams Expressionist Hubert Malfait. Burssens was dus goed bekend met Latemse erfenis van de naoorlogse kunstkringen. Echter niet veel later evolueert zijn werk geleidelijk naar het non-figuratieve. Hij hanteert kleurrijke verflagen – soms gemengd met fijn grind en zand – die een weelderig en zintuiglijk geheel vormen.
Burssens’ verblijf in Amerika drukt een duidelijke stempel op zijn werk en hij evolueert geleidelijk terug naar het figuratieve. Volledig in de geest van Franse filosoof Sartre wil Burssens de ‘sprakeloze schilderkunst’ een nieuwe stem geven, die in de eerste plaats vertrekt vanuit de materie zelf. De titel van dit werk verwijst duidelijk naar de herkenbare werkelijkheid maar dan uitgewerkt in een de persoonlijke stijl van de kunstenaar.
- Dit werk maakt deel uit van de kerncollectie van het museum. Het maakt deel uit van de inventarislijst van de schenking door Jules en Irma Dhondt-Dhaenens die werd samengesteld tijdens de raad van bestuur op 19.04.1969.