Vissers aan de Leie, 1923
In het werk Vissers aan de Leie beeldt Frits Van den Berghe zijn goede vrienden Constant Permeke en Gust De Smet af aan de Leie met hengel en pijp. Na het ballingschap in Nederland kijkt Frits Van den Berghe met nieuwe inzichten naar de landelijke omgeving van de Leiedorpen. De confrontatie met het werk van Le Fauconnier, Gestel, Sluijters en Mondriaan laat een onuitwisbare indruk na op zijn werk.
Anders dan ervoor benaderde hij het landschap op een innerlijke en subjectieve manier en niet langer als decor. Kubistische en expressionistische elementen in een ingehouden compositie primeren op het inhoudelijke aspect en brengen de aandacht terug op de vormen en kleuren. Zijn schilderkunst werd gevoed door zijn interesse in natuurwetenschappen, zijn groeiende affiniteit met het surrealisme en de technieken van de psychoanalyse.
Maurits Naessens (1908–1982), bankier en lid van de eerste beheerraad, schonk dit werk naar aanleiding van de tentoonstelling in 1969. Als hoofd van de Bank van Parijs en de Nederlanden en later als ondervoorzitter van het Vlaams Economisch Verbond, verdedigde Naessens een grote autonomie voor Vlaanderen. Hij speelde als kunstpromotor en mecenas een grote rol in de Vlaamse culturele bewustwording.
- Dit werk maakt deel uit van de kerncollectie van het museum. Het maakt deel uit van de inventarislijst van de schenking door Jules en Irma Dhondt-Dhaenens die werd samengesteld tijdens de raad van bestuur op 03.06.1967.