Compositie, 1962
Het vroege werk van Jozef Mees stond onder invloed van de Vlaamse expressionisten met monumentale en gestructureerde figuren of landschappen. Hij was bevriend met Frits Van den Berghe, van wie hij verschillende werken bezat. Vanaf de jaren vijftig, wanneer hij zelf al vijftig jaar was, zocht de kunstenaar de abstractie op. De schorsachtige structuur in temperamentvolle en grillige composities is verwant aan de Amerikaanse action painting. Ook de opkomst van de Jeune Peinture Belge, een Brusselse groep jonge schilders die de beeldende kunst op een nieuw spoor wilde zetten, was inspirerend voor Mees.
In 1969 werd Mees officieel lid van de raad van beheer van het Museum Dhondt-Dhaenens. Samen met de burgemeester van Latem Antoon De Pesseroey werd hij verantwoordelijk gesteld voor de organisatie van tijdelijke tentoonstellingen met hedendaagse kunstenaars.
In 1988 schreef Jan Hoet in de catalogus van de retrospectieve over Mees: “Hij blijft natrillen, een vreselijke vent, een machtige boom van een vent, die tegelijk (zoals Willem Enzinck ooit schreef) de beweeglijkheid behield van het tuinvogeltje dat zijn naam draagt, en dat met schelle kreet van tak tot tak vliegt.”
- Dit werk maakt deel uit van de kerncollectie van het museum. Het maakt deel uit van de inventarislijst van de schenking door Jules en Irma Dhondt-Dhaenens die werd samengesteld tijdens de raad van bestuur op 19.04.1969.