1866—1941
De steenlosser, 1913
brons
760 x 280 x 310 mm
Collectie Museum Dhondt-Dhaenens
Rond 1910 grijpt George Minne terug naar het naturalisme. De treurende ascetische beelden, geknield en geheel machteloos, maken plaats voor de fors gebouwde arbeider. Niet langer de verstilling maar juist het ruwe leven wordt het onderwerp van Minne's kunst. De details van het menselijk lichaam zijn pijnlijk getrouw weergegeven met zwellende aders en trekkende pezen. Hij stileert niet langer zijn onderwerpen maar kiest voor een nauwkeurige en realistische natuurstudie. Lacaege, die ook model stond voor De Dokwerker (1911), symboliseert de stoerheid van de noeste arbeider. Met deze sociale component in zijn werk knoopt hij aan bij het realisme van Constantin Meunier.
- Dit werk maakt deel uit van de kerncollectie van het museum. Het maakt deel uit van de inventarislijst van de schenking door Jules en Irma Dhondt-Dhaenens die werd samengesteld tijdens de raad van bestuur op 19.04.1969.