1877—1943
Deemstering, 1917
houtskool
460 x 660 mm
Collectie Museum Dhondt-Dhaenens
Gevlucht voor de oorlog verblijft Gust De Smet een zevental jaar in Nederland. Deze gedwongen verplaatsing zorgde voor verbittering en een gevoel van ontheemding maar ondanks de oorlogsjaren brengt deze periode onverwachtse mogelijkheden. In het stedelijke Amsterdam komt hij in contact met het kubisme, het Duitse expressionisme en fauvisme, en ziet hij zijn afkeer voor het impressionisme bevestigd worden. In 1916 trekt De Smet naar het heidegebied van Blaricum. Zijn persoonlijke beleving van het wereldse komt centraal te staan en niet langer de zichtbare werkelijkheid. In deze periode legt hij zich ook toe op de houtsnijkunst dat hem verplicht een zekere versobering na te streven en te werken met sterke contouren.
- Dit werk maakt deel uit van de kerncollectie van het museum. Het maakt deel uit van de inventarislijst van de schenking door Jules en Irma Dhondt-Dhaenens die werd samengesteld tijdens de raad van bestuur op 03.06.1967.