Ecce Homo, 1919

Deze omstreden reeks werd door de Kerk veroordeeld als een ergerlijke ontluistering van de goddelijkheid van de Gekruisigde. Deze getekende kruisweg gaat terug op houtskooltekeningen, bedoeld als illustratie voor de Franstalige versie (1919) van het Lijdensverhaal door Cyriel Verschaeve. De taferelen verraden een gewild, expressieve, rauwe vormtaal die de hopeloze vertwijfeling van Grünewald lijkt te vermengen met de extatische christelijkheid van El Grecco. De smartelijke, door het noodlot getekende Christus van Servaes zal de prelaten van de Roomse Kerk, geschoold aan het Klassieke schoonheidsideaal, treffen als een vuistslag. Met de eigenzinnige herschepping van het klassieke lijdensthema ontdoet Servaes de religieuze kunst plotseling van haar stoffig, zoetelijk imago. Tevens verwerft de Latemse schilder met dit even moedig als ondankbaar pionierswerk meteen zijn eigen plaats tussen de religieuze kunstenaars van zijn tijd.

P.B.

• Dit werk maakt deel uit van de kerncollectie van het museum. Het maakt deel uit van de inventarislijst van de schenking door Jules en Irma Dhondt-Dhaenens die werd samengesteld tijdens de raad van bestuur op 03.06.1967.